Afgelopen week hadden we een uitje met de bijna twaalfjarige. Het is uit den boze om haar nog elfjarige te noemen, dus dat doen we maar niet. Het was een gezellig uitje op de open dag van de middelbare school. Vooraf moesten er afspraken gemaakt worden omtrent mijn gedrag. De rollen werden een keer omgedraaid. Vriendelijk doch dringend werd mij verzocht om geen gekke dingen te zeggen. Vragen stellen moest ik ook maar niet doen. En rare gezichten trekken dat kon echt absoluut niet. Kortom, ik mocht lopen en ademen.
‘Ze gaan mijn gezicht namelijk onthouden hè. En dan ga ik gepest worden. Trouwens jouw gezicht gaan ze ook onthouden hoor.’
Voor dat laatste ben ik niet bang, maar dat verklap ik haar niet. Wel wil ik haar bijna gaan vertellen over ‘de blik’. Een blik waarmee je naar iemand kunt kijken en dan is alles afgedaan. Eén wenkbrauw trek je iets hoger op. Ogen gaan op standje geraffineerd. Duw je tong tegen je gehemelte, daardoor krijg je een strakkere kaaklijn (tip: werkt ook op foto’s). Steek je kin iets vooruit. Bij dit onderdeel moet ik opletten, want ik heb niet achteraan gestaan in de ‘kin uitdeelrij’. De mondhoeken hangen iets naar beneden, et voilà: de blik. Maar goed. Dit alles heb ik nog niet verteld. Uit veiligheid voor haarzelf. Straks neemt ze preventief ‘de blik’ aan op de eerste schooldag. Daar maak je geen vrienden mee.
Over het vervoer hadden we al gesteggel. Haar nieuwe fiets was nog niet binnen en alleen daarop kon ze ten tonele komen. Lopen was helemaal achterlijk. Gelukkig verliep het onthaal op school vlekkeloos. We mochten een aantal lessen bijwonen: wiskunde, Duits en gym. Bij wiskunde kreeg ze een opdrachtje met coördinaten en ik had direct meelij. Hier gaat ze niks van snappen, dacht ik en gebaarde dat ze naast me moest komen zitten. Ze zuchtte en boog zich over het papier. De Duitse les begon met een voorstelronde. Uiteraard in deze taal. Naast me klonk eerst gedecideerd: ‘Ik ga dit niet doen.’ Giecheltjes, beschamende gezichtjes, verlegen oogjes….maar ze heeft het gedaan. Gym was leuk. Tijdens deze les had ik het vooral druk met mezelf en de ballen ontwijken.
Op het schoolplein namen we afscheid van haar vader. Ik vroeg haar of dat we hier mochten kussen. Ze keek ons aan en ik zag hem: ’de blik’. Het komt wel goed met haar.