Op dit moment is in ons deel van het land de herfstvakantie aan de gang. Tussen de bedrijven door werk ik nog een beetje, maar ben ook best veel thuis. Grootse plannen om mijn administratie bij te werken, schoonmaken, verder ‘verzinnen aan mijn verhaal’ en taarten bakken zijn allemaal mislukt. Mijn administratie bijwerken is saai, schoonmaken is nog saaier, verhalen verzinnen is geweldig, maar niet met twee loslopende pukkels en taarten bakken is veel werk, een smerige keuken en het ding is binnen een mum van tijd opgevreten. Je bent er langer aan bezig, zeg maar. Taarten kopen we wel.
Volgende week ben ik jarig en ga zo eens kijken welke taart ik ga bestellen. Overigens vier ik het niet, maar we eten wel taart en een select gezelschap komt langs. Mijn geboortedag is geen enkele reden voor een muf feestje. Een verjaardag vieren is net zoiets als een bijeenkomst van de punnikclub op woensdagmiddag.
“We maken een kringetje van jongens en van meisjes. We maken een kringetje van tra-la-la.”
En daar komen de plakjes worst, gevulde eitjes (op een echt goede verjaardag), een glaasje bowl en ik hoop dat die ouwe kletsmajoor zo meteen ergens anders gaat zitten. Voordeel van je verjaardag niet vieren is, dat je op iemand anders zijn ‘feestje’ niet hoeft te verschijnen. Daar heb ik net zo’n hekel aan. Mijn tijd breng ik graag door met mensen die ik leuk vindt en niet met de kennissen van anderen. Toch is dit niet altijd een geaccepteerde gedachte. Voordat je het weet heb je namelijk het stempel: onmaatschappelijk. En dit is geen grap. Naarmate dat ik ouder wordt, heb ik steeds minder zin in verplichtingen. En ik ben oud hoor. Benieuwd ben ik altijd naar de mening van eensgezinde. Hoe gaan zij hiermee om.
Is het ongezellig op zulke feestjes? Heel veel mensen vinden van niet, want velen vieren het gewoon. Waarschijnlijk ligt het aan mij. Later als ik groot ben, ben ik vast een verzuurd oud mens zonder visite. Nou, daar ben ik dan weer mooi klaar mee.